Rood beeldmerk van Rutten & Welling Advocaten
15 mei 2023

Ontslagen financieel directeur krijgt in hoger beroep kwart miljoen aan vergoedingen

Vorig jaar publiceerde RxW een artikel over een zaak waarin mr. Joyce Houben van RxW Advocaten optrad als advocaat voor een financieel directeur. Op 13 april 2023 heeft het gerechtshof uitspraak gedaan in het hoger beroep van deze zaak. Ook het gerechtshof geeft de werkgever ongelijk en kent aan de financieel directeur in totaal ruim € 250.000,- toe aan vergoedingen (transitievergoeding, billijke vergoeding, bonus en proceskosten).

Wat was er aan de hand?

De financieel directeur (63 jaar oud) zat begin 2022 aan tafel met de algemeen directeur om over de doelstellingen voor 2022 te praten. Toen kreeg hij ineens –na ruim 5 jaar trouwe dienst en goed functioneren– te horen dat de algemeen directeur, die tevens bestuurder is van het bedrijf, en de aandeelhouders van het bedrijf besloten hadden dat ‘hij niet de financiële man voor de toekomst van het bedrijf was’.

In 2018 was de financieel directeur al enige tijd in dienst als gewone werknemer, toen hij door de aandeelhouders ook benoemd werd als statutair bestuurder. Daarom volgt er in juli 2022 een ontslagbesluit door de aandeelhouders. Met dat besluit wordt de financieel directeur als statutair bestuurder ontslagen. Omdat de financieel directeur ziek is, blijft de arbeidsovereenkomst bestaan en wordt door de werkgever aan de rechter in Roermond gevraagd om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

De financieel directeur vindt – kort en onvolledig samengevat – dat er geen gegronde redenen zijn om zijn arbeidsovereenkomst te ontbinden. Hij vindt dat hij best wel als gewone werknemer in de functie van financieel directeur kan aanblijven. Voor het geval dat de rechter de arbeidsovereenkomst wel ontbindt, vraagt de financieel directeur onder meer om de werkgever te veroordelen tot betaling van 1,5 keer de transitievergoeding en van een billijke vergoeding ter hoogte van het misgelopen loon tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.

Toelichting: de werknemer / statutair bestuurder

Bij ontslag van een ‘normale’ werknemer is er geen besluit van de aandeelhouders nodig om de werknemer te ontslaan. Hier was de werknemer naast financieel directeur ook statutair bestuurder. In dat geval is een ontslagbesluit nodig om een einde te maken aan het statutair bestuurdersschap. Normaliter heeft dit ontslagbesluit tot gevolg dat ook de arbeidsrelatie eindigt. Hier was de werknemer echter ziek en dan is een ontbinding door de rechter nodig om het dienstverband te beëindigen.

Wat vond de rechtbank in deze zaak?

De rechtbank wees de ontbinding toe. Kort gezegd kwam het erop neer, dat de rechtbank het niet reëel achtte dat de financieel directeur in de toekomst nog normaal binnen het bedrijf zou kunnen werken. Gelet op de expertise zou de financieel directeur namelijk bij terugkeer in de top van het bedrijf op het gebied van financiën worden ingezet. De algemeen directeur, met wie de financieel directeur zou moeten samenwerken, en de aandeelhouders hadden aangegeven er geen enkel vertrouwen meer in te hebben. De financieel directeur zou hierdoor ‘vleuggellam’ zijn. Bovendien bevindt het bedrijf zich in ruw vaarwater en heeft het belang bij een directie die zich – zonder verstoorde verhoudingen in de top – vol kan richten op de toekomst, aldus de rechtbank.

De rechtbank ontbond de arbeidsovereenkomst per 1 juni 2023 en wees qua vergoedingen in totaal een bedrag van ongeveer € 220.000,- bruto toe. De rechtbank vond namelijk dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

Tegen de uitspraak van de rechtbank is hoger beroep ingesteld.

Hoger Beroep – wat vindt het gerechtshof?

Het gerechtshof vindt dat er geen gegronde reden was om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechtbank heeft de arbeidsovereenkomst ten onrechte ontbonden.

Het gerechtshof kon op basis van de wet de arbeidsovereenkomst niet herstellen. Het gerechtshof oordeelt daarom dat de arbeidsovereenkomst eindigt per 1 juni 2023. In de wet staat verder dat het gerechtshof, nu zij vindt dat de rechtbank ten onrechte ontbonden heeft, de billijke vergoeding moet vaststellen die de werkgever dient te betalen.

Bij het vaststellen van de hoogte van de billijke vergoeding spelen alle omstandigheden in deze zaak een rol. Dit zijn volgens de Hoge Raad in het arrest “New Hairstyle” onder meer:

  • de duur van het dienstverband;
  • de leeftijd van de werknemer;
  • het loon van de werknemer;
  • de inschatting van het gerechtshof hoe lang het dienstverband – zonder de onterechte ontbinding, nog zou hebben geduurd;
  • de bijzondere positie van een statutair bestuurder;
  • het inkomen dat de werknemer misloopt tot aan zijn pensioen;
  • de arbeidsongeschiktheid van de werknemer en hoe lang die naar verwachting nog gaat duren;
  • de positie van de werknemer op de arbeidsmarkt;
  • het inkomen dat de werknemer nog kan verdienen / de WW-uitkering die de werknemer zal krijgen.

Of de werkgever al dan niet verwijtbaar heeft gehandeld speelt géén rol. Het Hof kent de financieel directeur daarom een billijke vergoeding toe van € 200.000,- bruto plus de transitievergoeding. Daarnaast dient het loon te worden doorbetaald tot 1 juni 2023, ontvangt de werknemer nog een bonus over 2021 en proceskosten in twee instanties. In totaal dient de werkgever bovenop het loon c.s. tot 1 juni 2023 een bedrag te betalen van ruim € 250.000,- bruto.

Vragen?

Heeft u vragen over arbeidsrecht en/of de positie van de statutair bestuurder? Bel gerust met onze arbeidsrechtadvocaten mr. Joyce Houben en mr. Serge Blommendaal

Gerelateerde artikelen