Je bent mede-eigenaar van een woning en ineens blijkt deze te zijn verkocht. Kan dat? En wat zijn de gevolgen daar dan van?
Meestal kan dat natuurlijk niet. Als je eigenaar bent van een woning, is je handtekening nodig om deze woning aan een ander te leveren. Werk je daar niet aan mee, dan kan de woning niet van eigenaar veranderen.
Maar ons personen- en familierecht kent bepalingen waardoor dat soms toch anders is. Daarover ging de uitspraak van de rechtbank Midden Nederland van 17 november 2023.
Wat was er aan de hand?
Een man en een vrouw waren voor 2018 met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen. De oude regels van de gemeenschap van goederen golden dus. Dus zowel de goederen van de man als de vrouw die zij voor het huwelijk al hadden, vielen in deze gemeenschap.
Tot deze gemeenschap behoorden verschillende “woningen”. Zo worden deze onroerende zaken in ieder geval aangeduid door de rechtbank. De discussie ging over één van deze woningen.
De vrouw had deze woning kort voor de echtscheiding verkocht en geleverd aan haar eigen moeder. Zonder overleg of toestemming van de man. Kon dat dan? Het goed viel toch in de gemeenschap? Kon de vrouw het dan zomaar overdragen aan een ander?
De rechtbank stelt vast dat dit mogelijk was. Het goed viel weliswaar in de gemeenschap, maar de vrouw had het “bestuur” over dit goed. Waarom de vrouw het bestuur had, blijkt niet uit de uitspraak. Maar dit is inderdaad mogelijk. Bijvoorbeeld (onder de oude gemeenschap van goederen) als het goed al voor het huwelijk op haar naam stond. Het goed valt dan wel in de gemeenschap, maar het bestuur ligt dan bij degene aan wiens kant het goed in de gemeenschap is gevallen.
Dat is anders als de eigenaren niet gehuwd zijn. Als je samen eigenaar van een woning bent, maar je bent niet getrouwd, kun je namelijk alleen deze woning overdragen als beide eigenaren daaraan meewerken.
Ook als de woning als “echtelijke” woning wordt beschouwd, is minimaal de instemming van de andere echtgenoot nodig. Maar in dit geval ging het dus niet om de “echtelijke” woning.
Omdat de vrouw het “bestuur” had, mocht zij dus de woning inderdaad zonder toestemming van de man verkopen. Maar zij deed dat wel op een opmerkelijk moment. Zoals gezegd: vlak voordat zij het verzoek tot echtscheiding indiende. Waarom is dit relevant?
Op het moment dat zij de echtscheiding indiende veranderden de regels. Op dat moment werd namelijk de gemeenschap van goederen ontbonden. En dat betekende dat zij vanaf dat moment wel de medewerking van de man nodig zou hebben gehad. Voor overdracht van goederen in een ontbonden gemeenschap is namelijk de medewerking van alle rechthebbenden nodig. Had zij de woning enige dagen later verkocht, dan had zij deze dus niet meer zonder toestemming van de man kunnen leveren. Het had er dus alle schijn van dat de vrouw met opzet “nog even snel” deze woning aan haar moeder had verkocht en geleverd.
Houdt hiermee dan het verhaal op? Wat de levering zelf betreft wel. Die blijft geldig. Maar de opbrengst van de verkoop valt wel in de gemeenschap en moet dus met de man gedeeld worden. Maar vervolgens spitst de discussie zich nog op een ander punt toe: heeft de vrouw de woning wel voor een eerlijke prijs aan haar moeder verkocht? De vrouw vindt van wel, de man is het daar bepaald niet mee eens.
De rechtbank laat die vraag nog even open, maar geeft wel aan dat dit moet worden onderzocht. Mocht blijken dat de woning voor een te lage prijs is verkocht, dan heeft de vrouw de gemeenschap benadeeld en moet daarvoor dan een vergoeding betalen aan de gemeenschap.
De slotsom lijkt dan ook te zijn, dat de vrouw niet veel opschiet met haar actie kort voor de echtscheiding. Zij had weliswaar het recht om zonder overleg de woning te verkopen en te leveren, maar omdat dit kort voor de echtscheiding gebeurde, moet zij wel de schade betalen, als zij dit voor een te laag bedrag heeft gedaan. Een slimmigheidje, dat waarschijnlijk de afwikkeling van de echtscheiding alleen maar heeft bemoeilijkt.