Eén van de welbekende Zeven Zekerheden die supermarktketen Jumbo hanteerde, was: ‘vierde in de rij, boodschappen gratis’. De regel geldt inmiddels niet meer. Alhoewel er natuurlijk genoeg uitzonderingen op de regel zijn, zijn de Zeven Zekerheden voor velen een reden om hun boodschappen bij de Jumbo te halen.
Maar wachten totdat je de vierde in de rij bent, is niet de enige manier om onder betaling van de koopprijs uit te komen. Een andere optie: lang wachten in de hoop dat de vordering tot betaling van de koopprijs van de verkoper verjaart en de koopprijs dus niet meer betaald hoeft te worden.
Dat is precies wat ex-Jumbo-topman Frits van Eerd zelf deed. Alleen ging het in zijn geval niet om een tas boodschappen, maar om een Mercedes SL uit 1957. In een procedure tussen Van Eerd en een autobedrijf uit Assen, oordeelde de rechter dat de vordering van de verkoper tot betaling van de koopprijs ter grootte van € 155.000,- was verjaard. Hoe zit dat precies?
Consument of zakelijke partij?
Een belangrijke vraag waarover partijen in deze procedure wisselende standpunten innamen, is de vraag of Van Eerd de auto kocht als consument of als beroeps- of bedrijfsmatig handelaar. Het antwoord daarop is namelijk bepalend voor de lengte van de verjaringstermijn.
Volgens verkoper waren er diverse uiteenlopende redenen om aan te nemen dat Van Eerd de auto kocht vanuit zijn handelsonderneming. De rechter ging daar – mede vanwege gebrek aan bewijs – niet in mee en oordeelde dat Van Eerd de auto als particulier verzamelaar en dus als consument van verkoper had gekocht.
Verjaring
Het oordeel dat Van Eerd de auto als consument heeft gekocht, betekent dat de wetsartikelen over consumentenkoop van toepassing zijn.
In tegenstelling tot een normale vordering tot betaling, verjaart een vordering tot betaling van de koopprijs bij een consumentenovereenkomst na verloop van 2 jaren in plaats van na 5 jaren. De verjaringstermijn vangt bij aflevering van de auto, omdat volgens de wet op dat moment de koopprijs moet worden betaald. Dat is anders als partijen over het moment van betaling van de koopprijs iets anders afspreken. Volgens verkoper hadden partijen afgesproken dat Van Eerd de koopprijs pas twee jaar later zou betalen, maar ook dat wist de verkoper niet te bewijzen.
De auto werd afgeleverd op 20 september 2018, waardoor de vordering volgens de rechter is verjaard op 20 september 2020. Van Eerd hoeft de koopprijs dus niet meer te betalen.
Verkoper heeft in dit geval overigens behoorlijk liggen slapen, want ook als Van Eerd de auto wel als beroeps- of bedrijfsmatig handelaar zou hebben gekocht, was de verjaringstermijn vermoedelijk ook al verstreken. Dat hangt dan wel af van de datum waarop de dagvaarding is uitgebracht, want door die handeling begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen.
Kennelijk heeft verkoper ook niets gedaan om de verjaring van zijn vordering te stuiten.
Vastleggen afspraken
De uitspraak leert dat het kunnen bewijzen van afspraken met onderbouwende stukken zéér belangrijk is om een vordering bij de rechter hard te maken.
In dit geval beriep de verkoper zich op allerlei afspraken, maar kennelijk lagen daar geen schriftelijke bewijsstukken aan ten grondslag. De rechter kan daardoor niet anders dan de standpunten van de verkoper vanwege de betwistingen van Van Eerd opzij schuiven.
Het belang van het duidelijk en schriftelijk vastleggen van afspraken wordt in de praktijk vaak onderschat en het blijkt maar weer dat de gevolgen best zwaar kunnen zijn. Zeker in dit geval waarin het geldelijk belang toch behoorlijk is, is het essentieel dat afspraken duidelijk schriftelijk worden vastgelegd, maar dat geldt evengoed als het geldelijk belang kleiner is.
Heeft u hulp nodig bij het opstellen van een contract of bent u het met uw contractspartij oneens over de uitleg van uw overeenkomst, of wilt u de verjaring van uw vordering stuiten, dan kunt u natuurlijk contact met ons opnemen.