De bemiddelingsovereenkomst in de transfermarkt
De keiharde fysieke strijd van een voetbalwedstrijd is tegenwoordig in vrijwel iedere woonkamer en kroeg in HD te zien. Maar naast het veld en buiten het bereik van de camera’s, wordt vaak een hele andere – maar voor ons net zo interessante – strijd gevoerd: de contractonderhandelingen. En, net als op het veld, willen partijen nogal eens met gestrekt been de confrontatie aangaan.
Het gerechtshof Amsterdam heeft met haar arrest van 9 april 2024 een bijzondere inkijk gegeven in de contractonderhandelingen die vooraf zijn gegaan aan de transfer van Nederlands international Stefan de Vrij. Hij verkaste in 2018 van de Italiaanse voetbalclub Lazio Roma naar Serie A-concurrent Internazionale. Waar ging het om?
Het contract met Internazionale
Stefan de Vrij verruilde Lazio Roma in 2018 op transfervrije basis voor Internazionale. Bij de onderhandelingen met Lazio en met Internazionale werden de belangen van De Vrij behartigd door SEG, de voetbaltak van de overkoepelende Sports Entertainment Group International B.V. Althans, dat dacht De Vrij.
De Vrij tekende in 2018 een vijfjarig contract bij Internazionale met een basisloon van € 37,5 miljoen (exclusief bonussen). SEG verzuimde De Vrij mede te delen dat zij van Internazionale een behoorlijke commissie zou ontvangen, bestaande uit € 7,5 miljoen en een flexibele commissie van € 2 miljoen. In de commissieovereenkomst tussen SEG en Internazionale stond zelfs dat de flexibele commissie zou worden betaald, als er tussen De Vrij en Internazionale een arbeidsovereenkomst tot stand zou komen met een maximum salaris van € 50 miljoen. Met andere woorden zou SEG een beloning ontvangen als het salaris van De Vrij beperkt zou blijven.
Toen De Vrij hier achter kwam, bracht hij de bal aan het rollen.
Het geschil
Kort gezegd, heeft De Vrij in de procedure aangevoerd dat SEG tekort is geschoten in de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de bemiddelingsovereenkomst tussen De Vrij en SEG. De Vrij was namelijk niet ingelicht over de commissies die SEG zou ontvangen.
SEG parkeerde de spreekwoordelijke bus en betoogde dat zij niet tekort is geschoten in de nakoming van de bemiddelingsovereenkomst, omdat er volgens haar helemaal geen overeenkomst met De Vrij bestond. SEG zou bij de onderhandelingen exclusief hebben opgetreden voor Internazionale en dus niet voor De Vrij.
De beoordeling
Tussen De Vrij en SEG bestond geen schriftelijke overeenkomst. Bovendien heeft De Vrij SEG niet betaald voor de verrichte werkzaamheden. Verder is in de arbeidsovereenkomst tussen De Vrij en Internazionale vermeld dat SEG voor Internazionale optreedt en De Vrij geen gebruik heeft gemaakt van een sportmakelaar.
En toch komt het hof tot de conclusie dat De Vrij er terecht op heeft vertrouwd dat er ten tijde van de onderhandelingen met Internazionale sprake was van een bemiddelingsovereenkomst tussen SEG en De Vrij.
Hoe zit dat?
Het hof heeft de gedragingen van partijen voorafgaand aan de overstap van De Vrij naar Internazionale van belang geacht. Diverse omstandigheden, zoals de inhoud van het contract tussen De Vrij en zijn voormalige club Feyenoord waarbij SEG betrokken was, e-mails van SEG aan de directeur van zijn andere voormalige club Lazio en presentaties die SEG gaf aan De Vrij over zijn carrièreopties, leidden tot het oordeel dat De Vrij ervan mocht uitgaan dat SEG hem vertegenwoordigde.
Mededelingsplicht en schade
Het hof oordeelt dus dat er een bemiddelingsovereenkomst bestond. Dat brengt mee dat SEG een wettelijke mededelingsplicht jegens De Vrij heeft, indien zij zelf een belang bij de totstandkoming van de overeenkomst met Internazionale heeft. Omdat SEG De Vrij nooit heeft ingelicht over de commissies die zij zou ontvangen, concludeert het hof dat SEG haar mededelingsplicht heeft geschonden.
Maar welke schade heeft De Vrij dan geleden als gevolg van deze schending? Het gaat in dit geval hoofdzakelijk om gemiste inkomsten. De Vrij claimt namelijk dat de commissies die aan SEG verschuldigd zijn, tenminste gedeeltelijk onderwerp van verdere onderhandelingen tussen hem en Internazionale hadden kunnen zijn, als hij had geweten dat die onderhandelingsruimte er was.
Het hof concludeert op basis daarvan dat de kans groot is dat De Vrij een hogere beloning had kunnen afspreken. Daarbij wordt wel nog rekening gehouden met een redelijke provisie die SEG in dat geval dan nog zou hebben ontvangen. Het hof heeft met deze kansberekening de balans opgemaakt en de schade van De Vrij begroot op € 5,2 miljoen.
Geflatteerde uitslag? Ik vind van niet.
Net als op het veld met Internazionale, die inmiddels met een ruime voorsprong afstevenen op het landskampioenschap, lukt het De Vrij dus ook om naast het veld doel te treffen.
De bal ligt nu bij SEG. Een van de betrokken spelersmakelaars van SEG liet al weten te overwegen in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. Alhoewel ik meen dat het hof SEG terecht heeft veroordeeld tot vergoeding van schade, houd ik in ieder geval in mijn achterhoofd dat de bal rond is.