Rood beeldmerk van Rutten & Welling Advocaten
10 november 2025

Onterecht gebruik titel hoogleraar en toch blijft arbeidsovereenkomst in stand

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wil een werknemer ontslaan, omdat hij zich ten onrechte hoogleraar noemde en de titel van professor gebruikte. De rechter vindt het gebruik van die titels ‘onzorgvuldig en onjuist’, maar heeft toch een streep gezet door het voorgenomen ontslag.

Uit reacties op social media blijkt dat deze uitspraak als onbegrijpelijk en oneerlijk wordt bestempeld. Vanuit arbeidsrechtelijk oogpunt is de uitkomst in deze zaak niet vreemd. Op basis van de wet en de rechtspraak ligt de lat voor een ontbinding van de arbeidsovereenkomst hoog, zo bevestigt deze uitspraak.

Wat was er aan de hand?

RIVM verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens het RIVM zou vanwege het hoogleraarschap en de titel professor een hoger salaris aan de werknemer zijn toegekend, had het onterechte gebruik van die titel geleid tot schade aan het imago van RIVM en waren de arbeidsverhoudingen, mede hierdoor, verstoord.

De ten tijde van de uitspraak 63-jarige werknemer is sinds 2022 werkzaam bij het RIVM. Aanvankelijk werkte hij als zzp-er en in 2023 werd hij aangesteld als ambtenaar in loondienst. De werknemer had via zijn vorige werkgever een tijdelijk hoogleraarschap aan de Universiteit van Amsterdam voor 1 dag per week. In 2020 liep de tijdelijke benoeming als hoogleraar af en daarmee ook het recht om de titel ‘hoogleraar’ te blijven gebruiken. Desondanks bleef de werknemer de titel gebruiken gedurende zijn werkzaamheden bij het RIVM.

Het onterechte gebruik van de titel kwam bij RIVM aan het licht naar aanleiding van een verstoring in de arbeidsverhouding tussen de werknemer en zijn leidinggevende. Uit onderzoek bleek dat de werknemer vanaf 2020 de titel niet meer mocht gebruiken. Desondanks gebruikte de werknemer die titel in het kader van de uitoefening van zijn werkzaamheden voor RIVM. Hierdoor had de werknemer volgens RIVM niet integer gehandeld. Dat niet integer handelen had ook tot een verdere verstoring van de arbeidsverhouding geleid, aldus RIVM.

Wat vond de rechter?

De kantonrechter vond dat de werknemer onzorgvuldig heeft gehandeld door na het eindigen van het hoogleraarschap (in 2020) de titel ‘hoogleraar’ te blijven gebruiken. Voor de werknemer was namelijk op basis van de in dit kader geldende regels duidelijk dat hij die titel niet meer mocht gebruiken.

De rechter beoordeelt vervolgens of dit onzorgvuldig handelen zodanig ernstig is dat de arbeidsovereenkomst moet eindigen. De rechter vindt van niet: de werknemer heeft noch bij zijn aanstelling, noch daarna zodanig onzorgvuldig gehandeld dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is.

Handelen bij aanstelling

RIVM stelde dat de werknemer een te hoog salaris ontving vanwege diens titel. De rechter kon de juistheid van die stelling niet vaststellen. Voor de uitoefening van de functie was de titel geen vereiste. De inschaling van de werknemer lag binnen de voor die functie geldende bandbreedte. Uit verklaringen bleek dat RIVM de werknemer graag in dienst wilde nemen en vanwege zijn professionele connecties, die als waardevol voor de organisatie werden beschouwd. Kortom: het gebruik van de titel hoogleraar beïnvloedde noch zijn aanstelling, noch het salaris en kon dus niet tot ontbinding leiden.

Handelen tijdens dienstverband

De werknemer had volgens RIVM:

  • niet integer gehandeld door de titel ‘hoogleraar’ tijdens zijn dienstverband en bij de uitoefening van zijn werkzaamheden te gebruiken;
  • door het onterechte gebruik van de titel zijn de arbeidsverhoudingen verder verstoord geraakt.

 

De rechter oordeelde dat het onterecht gebruiken van de titel niet voldoende is om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Voor een ontbinding is meer nodig. Bijvoorbeeld dat het gebruik van de titel tot schade heeft geleid voor het RIVM, of dat werknemer in strijd heeft gehandeld met de Ambtenarenwet of de gedragscode integriteit rijksoverheid. Dat was hier niet zo. Op het functioneren an sich was geen kritiek.

Bleef over de verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter benadrukte dat de verstoring in grote mate was veroorzaakt door gebrekkige communicatie tussen de werknemer en zijn leidinggevende. De verstoring was niet in overwegende mate aan de werknemer toe te rekenen. RIVM heeft nooit geprobeerd om de verstoring intern op te lossen. In plaats daarvan diende het RIVM direct een verzoek in tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Kortom: de verstoring is niet onherstelbaar en dat is wel nodig voor een ontbinding.

Tot slot vond de rechter dat alle argumenten tezamen ook niet konden leiden tot een ontbinding.

Conclusie

Op het eerste gezicht lijkt het ten onrechte voeren van de titel hoogleraar / professor een reden voor ontslag. Het hangt van de bijkomende omstandigheden af of het ontslag gerechtvaardigd is.

Heeft u vragen over ontslag? Neem dan contact op met de sectie arbeidsrecht van RxW Advocaten. Mr. Joyce Houben (advocaat arbeidsrecht), mr. Sabrina Geurts (senior jurist arbeidsrecht) en mr. Lotte Crombaghs (jurist) helpen u graag verder.

 

Dit artikel is mede geschreven door Jennifer van Bogaert (paralegal)

Gerelateerde artikelen