Wat was er aan de hand?
De bankmedewerkster werkte vanaf 1987 voor de bank. Vanwege haar functie had zij toegang tot de klant- en rekeninggegevens van de bank. Die gegevens mogen echter slechts ingezien worden voor zover dat noodzakelijk is voor het werk. Om er voor te zorgen dat werknemers niet ongeoorloofd in deze klant- en rekeninggegevens kijken, gebruikt de bank een zogenoemd detectiesysteem. Als een werknemer drie keer een verdachte raadpleging in het systeem doet, wordt een onderzoek opgestart. De alarmbellen gingen meermaals af bij deze werkneemster. Zij had na de eerste keer reeds een e-mail daarover ontvangen. In oktober 2020 was het weer raak en begin april 2021 wederom. De bank startte een onderzoek en daaruit bleek dat zij onder andere in 2019 op 7 dagen, in 2020 eveneens op 7 dagen en in het eerste kwartaal van 2021 op 5 dagen de bankrekening van haar ex-man had bekeken. Verder had zij ook de bankrekeningen ingezien van diverse familieleden en bekenden en zelfs van een collega. Zij gaf dit rekening gluren toe. Ze zou overigens wel duizend keer op de rekening van haar voormalig echtgenoot hebben gekeken, om te zien hoe het met hem ging. De bankmedewerkster werd op non-actief gesteld en vervolgens op staande voet ontslagen. Een procedure was het gevolg.
Wat oordeelde de rechter?
Vorig jaar kreeg de bankmedewerkster bij de kantonrechter[1] het gelijk aan haar zijde. Kort gezegd kon het gedrag van de gluurster volgens deze rechter niet door de beugel, maar de bank had haar eerder dienen te ontslaan. En omdat het detectiesysteem pas functioneerde na 3 meldingen, vond de rechter dat de bank dit kennelijk niet zo hoog opnam. Het ontslag op staande voet werd een te zwaar middel geacht. Zeker nu de gluurster reeds 34 jaar goed had gefunctioneerd. Een streep door de rekening van de bank zeg maar.
Onlangs dacht het hof daar anders over. Het hof vond het wél een tijdig gegeven ontslag op staande voet. Het spreekt volgens het hof voor zich dat daar een gedegen onderzoek aan vooraf dient te gaan. Het hof oordeelt ook dat het detectiesysteem tegen ‘ongeoorloofd rekening gluren’ inderdaad wel nadelen kent, maar zulks houdt zeker niet in dat de bank deze kwesties niet als ernstig kwalificeert. Het Hof oordeelt dat de bank haar medewerkster terecht op staande voet heeft ontslagen, alsmede dat zij geen recht heeft op een transitievergoeding of een vergoeding wegens onterecht ontslag.
In een eerder artikel schreef mijn kantoorgenote mr. Joyce Houben over de bij een ontslag op staande voet geldende regels. In deze uitspraak zie je zowel de onverwijldheid als de dringende reden terug. Zowel het snel maar zorgvuldig handelen (onverwijldheid) als de ernst van het gedrag van de werkneemster (de dringende reden) kwamen aan bod.
Het lijkt mij overigens juist dat er zwaar getild wordt aan het ongeoorloofd bekijken van bankgegevens van derden. U mag er immers op vertrouwen dat uw gegevens bij een bank niet onbevoegd worden gebruikt.