De laatste jaren zijn cryptovaluta niet uit het nieuws verdwenen. De nogal heftige koersbewegingen van de bekendste “munt”, bitcoin, en de reacties van overheden en toezichthouders op cryptovaluta houden de gemoederen bezig. In El Salvador is bitcoin zelfs als wettig betaalmiddel geaccepteerd.
Daartegenover staat de harde lijn van de Chinese overheid. Al eerder was het delven van cryptovaluta in de provincie Sichuan verboden, recent zijn in China zelfs alle transacties in cryptovaluta verboden. Wat is de status van bitcoin (en andere crypto’s) in Nederland? Verboden zijn ze niet, maar worden ze al geaccepteerd als echt “geld”? Ik beperk mij in de rest van dit artikel tot bitcoin, de eerste en bekendste crypto, en de juridische status daarvan in Nederland.
Geld en de wet
“Poen, centen, duiten, pegels, slappe was, ballen, pingping, pietermannen, slijk der aarde (doekoe). Hoe je het ook noemt, geld is belangrijk. [1]”
Het burgerlijk wetboek (BW) kent een aparte afdeling (6.1.11 BW) over de verbintenis tot betaling van een geldsom. Artikel 6:112 bepaalt dat betaald moet worden in het geld dat op het tijdstip van de betaling gangbaar is in het land in welks geld de betaling geschiedt. De artikelen 6:115 tot en met 6:117 bepalen dat de plaats van betaling de woon- of vestigingsplaats van de schuldeiser is. Het logische gevolg hiervan is dat betaling aan schuldeisers in Nederland dient plaats te vinden in geld dat in Nederland gangbaar is. Dat zijn per 1 januari 2002 in ieder geval eurobiljetten en -munten. Sindsdien zijn dit namelijk de enige toegelaten wettige betaalmiddelen. Als er een rekening bestaat die bestemd is voor girale betaling, dan kan ook worden voldaan door het verschuldigde bedrag op die rekening te doen bijschrijven (artikel 6:114).
Chartaal en giraal geld
Hiermee zijn de twee belangrijkste verschijningsvormen van geld meteen aangeduid (vergelijk: artikel 1.1. Wet op het financieel toezicht (wft)).
- Chartaal geld is tastbaar geld en duidt op munten en bankbiljetten, dus contant geld.
- Giraal geld is het tegoed op bankrekeningen en dus een vorderingsrecht op de bank. Maar omdat direct opeisbare tegoeden onmiddellijk, zonder begrenzingen en zonder kosten kunnen worden omgezet in chartaal geld, worden deze banktegoeden door economen en de wet ook onder het begrip geld verstaan.
De Wft kent daarnaast nog een derde verschijningsvorm, namelijk het elektronisch geld. Dit gaat om geld dat elektronisch of magnetisch is opgeslagen, zoals de chipknip en de VVV-bon. Later in dit artikel kom ik nog op deze verschijningsvorm terug.
Verschijningsvormen van geld zijn echter geen definitie van geld. Bij wet is verder niet gedefinieerd wat geld is. Juridisch wordt geld eenvoudigweg verondersteld te bestaan en moet het gebruikelijk zijn. Wat gebruikelijk geld is? Vermoedelijk alleen de verschijningsvormen die in de Wft zijn gedefinieerd.
Geld is een afspraak
Economen, nog zo’n vakgebied waar geld centraal staat, hebben wel een definitie van geld geformuleerd. Boonsta[2] hanteert de volgende definitie:
Geld is datgene wat binnen een samenleving algemeen wordt geaccepteerd als 1) ruilmiddel, 2) rekeneenheid en 3) vermogensobject (oppotmiddel)
Alles dat kan dienen om zowel mee te ruilen, te rekenen én te sparen, kan dus als geld worden gebruikt. Om al die functies te kunnen vervullen moet de verschijningsvorm van geld beschikbaar, betaalbaar, duurzaam, wisselbaar en betrouwbaar zijn[3]. Lang werden munten gemaakt van een materiaal (goud, zilver) dat een relatief hoge waarde had. Daardoor hadden deze munten een intrinsieke waarde, namelijk de waarde van het materiaal waarvan de munt gemaakt was. De Spanjaarden konden hun geluk dan ook niet op toen zij in de 16e eeuw in Amerika een ware berg van zilver ontdekten! Piet Hein was hier uiteraard ook verguld over.
Fiduciair geld
Moderne economen (Boonstra[4], Fergusson[5]) benadrukken echter dat geld vooral een afspraak is, een belofte van algemene acceptatie binnen een samenleving. Geld valt en staat met het vertrouwen van de samenleving daarin. De verschijningsvorm is eigenlijk niet relevant: geld hoeft dus ook geen intrinsieke waarde te hebben. Bekende voorbeelden van objecten met geen of een beperkte intrinsieke waarde die toch als geld hebben gefunctioneerd zijn schelpen, sigaretten (krijgsgevangenkampen) en natuurlijk bankbiljetten!
Met de term fiduciair geld (“fiat money”) duiden economen geld aan dat zijn waarde niet ontleent aan de materie waaruit het gemaakt is, maar alleen aan het vertrouwen dat er goederen en diensten mee gekocht kunnen worden. Vrijwel al het geld is tegenwoordig fiduciair geld[6]. Vaak zal het vertrouwen gebaseerd zijn op het feit dat de overheid als muntheer de waarde van de munt bewaakt. Zo is valsmunterij strafbaar (artikel 209 Wetboek van Strafrecht). Het accepteren van fiduciair geld als wettig betaalmiddel is verplicht gesteld. Fiduciair geld wordt erkend om belastingschulden mee te betalen en er wordt beleid gevoerd ter voorkoming van inflatie (geldontwaarding). In de Eurozone is deze laatste taak aan de Europese Centrale Bank toegewezen.
Cashless
De verschijningsvorm van geld is economisch gezien dus niet relevant. Is een fysieke verschijningsvorm van geld dan misschien helemaal overbodig? Anders gezegd: kan geld bestaan zonder fysieke verschijningsvorm en – bijvoorbeeld – alleen maar digitaal bestaan? Als ik uitga van mijn eigen ervaring, dan denk ik dat ik al een paar jaar alleen maar digitaal betaal. Ik heb vrijwel nooit contant (= chartaal) geld op zak en gebruik al jaren vrijwel uitsluitend mijn pinpas of telefoon om te betalen. “Cashless” betalen is eigenlijk niets anders dan razendsnel giraal betalen. Je geeft de bank opdracht een bedrag over te boeken naar de rekening van je wederpartij. Je wederpartij accepteert dit omdat deze erop vertrouwt dat de bank(en) er voor zorgen dat het bedrag op zijn/haar rekening wordt bijgeboekt. Contant geld heb ik alleen nog maar bij me als ik naar digitaal minder ontwikkelde landen ga.
New kid on the block: bitcoin
Uit onderzoek van De Nederlandse Bank blijkt dat er in 2020 in Nederland 4,87 miljard pinbetalingen waren voor een bedrag van EUR 125 miljard. Al deze transacties zijn alleen mogelijk omdat banken als vertrouwde derde partij (trusted third party) bijhouden wie nu wie welk bedrag heeft betaald. De banken houden dus voor ons een soort kasboek bij.
Het vertrouwen in de banken is echter sinds de kredietcrisis van 2007 aan erosie onderhevig. Een van de reacties daarop was de introductie van de bitcoin. Net als bij banken, moeten ook bij bitcoin transacties worden bijgehouden. Ook dit gebeurt in een kasboek (“ledger”). Alle transacties binnen een bepaald tijdsbestek worden verzameld in een ‘block’. De ledger is dus een almaar groeiende lijst of ketting (“chain”) van “blocks”. Vandaar de term “blockchain”, de naam voor de onderliggende technologie van bitcoin.
Het bijzondere nu is dat de ledger een gedistribueerde database is. Meestal wordt een database namelijk bijgehouden door één organisatie, de “trusted third party”. Denkt u daarbij aan de database van instellingen als UWV, belastingdienst of een bank. Een gedistribueerde database zoals een blockchain wordt juist niet centraal bijgehouden maar decentraal door vele computers (“nodes” of knooppunten genoemd). Al deze nodes verifiëren continu alle wijzigingen. Als één node in het netwerk wordt gehackt of uitvalt, dan zijn er altijd nog de andere “nodes” met elk hun eigen kopie van de database. Gedecentraliseerde databases zouden in theorie dan ook veiliger zijn dan systemen met een centrale database.
Elektronisch en digitaal geld
Bitcoin is echt digitaal geld: het heeft geen fysieke verschijningsvorm en ook geen intrinsieke waarde. De waarde van bitcoin bestaat puur uit het vertrouwen dat gebruikers in bitcoin als waarde-object hebben. De houder van bitcoins bezit dus niets behalve een digitale aantekening van de hoeveelheid die de houder “bezit”.
De verschijningsvorm van geld is echter niet relevant. In theorie zou bitcoin dus prima als geld kunnen functioneren. De Nederlandse Bank en bijvoorbeeld Boonstra [7] zijn toch van mening dat bitcoin op dit moment (nog) geen geld is. In 2018 accepteerde slechts 2% van de retailers crypto’s als betaalmiddel. Koerswisselingen van bitcoin maken het vrijwel onmogelijk de functie van rekeneenheid te vervullen.
Hoe zit dat juridisch? Zou bitcoin bijvoorbeeld niet kunnen vallen onder de definitie van elektronisch geld in artikel 1.1. Wet op het financieel toezicht? De definitie daarvan is:
“de geldswaarde die elektronisch of magnetisch is opgeslagen die een vordering op de uitgever vertegenwoordigt, die is uitgegeven in ruil voor ontvangen geld om betalingstransacties te verrichten (…) en waarmee betalingen kunnen worden verricht aan een andere persoon dan de uitgever”
Elektronisch geld was ooit de juridische hoeksteen voor de inmiddels afgeschafte chipknip. Nu is het vooral van belang voor cadeaubonnen. Uit de toelichting door DNB blijkt dat de vergunning voor elektronisch geld alleen kan worden verleend aan een rechtspersoon. Dit valt dan weer niet te verenigen met het decentrale karakter van bitcoin. De essentie daarvan is nu juist dat er geen centrale organisatie (of persoon) is die als trusted third party functioneert. Bitcoin kan dus geen elektronisch geld zijn in de zin van de Wft.
Conclusie: bitcoin is (nog) geen geld
Bitcoin valt daarom volledig buiten het huidige juridische kader van geld. Ook in de rechtspraak is dat nu (nog) het geval. De Rechtbank Overijssel oordeelde in 2014 dat bitcoin geen geld is in de zin van afdeling 6.1.11 BW. Dat betekent niet dat een schuld in bitcoin niet te incasseren is. Zo oordeelde de rechtbank Amsterdam in 2018 onder verwijzing naar een arrest uit 1921[8] (!) dat de term “betalen” in de faillissementswet niet alleen ziet op voldoening van een geldvordering, maar meer algemeen op voldoening aan een verbintenis. Ook al is bitcoin geen geld, je kunt er wel failliet door gaan!
Betalen met bitcoin kan in formele zin dus niet. Stel dat beide partijen wel akkoord gaan met een betaling via bitcoin, dan is mijn advies om dit te bevestigen via brief, mail of WhatsApp. Waarschijnlijk zal de transactie juridisch dan als “ruil” worden aangemerkt, niet als “betaling”.
Heeft u vragen over transacties met bitcoins, neemt u dan contact met mij op: 045 – 574 14 88 | 06 139 37 903 | s.blommendaal@ruttenwelling.nl