AvroTros maakt een populaire serie over Nederlanders die hun geluk in het buitenland gaan beproeven. Waar gaan ze naar toe? Waarom? En wat laten ze achter? Het leverde al vele uren televisie op waar velen plezier aan beleefden.
Ik moest hier aan denken bij de uitspraak van 16 november 2023 van het hof Den Bosch. Daarin wordt het vertrek van een moeder met haar zoon richting Frankrijk beschreven. Moeder wilde daar samen met anderen een vakantiepark oprichten en retraites organiseren. Een romantische wens die in de televisieserie vaak aan de weerbarstige realiteit wordt getoetst.
Zover komt het hier helemaal niet. Voordat moeder toekomt aan het te lijf gaan van de Franse voetangels en klemmen om het park daadwerkelijk open en draaiende te krijgen, wordt haar droom al in de kiem gesmoord. Zij strandt namelijk op een andere realiteit.
Zoals gezegd: moeder was niet alleen afgereisd naar Frankrijk, maar deed dat samen met haar zoon. De vader van de zoon bleef achter in Nederland. De relatie tussen de ouders was al in 2019 geëindigd.
Vader vond het niet zo’n goed idee dat moeder met zijn zoon definitief in Frankrijk zou gaan wonen, omdat die verhuizing het voor hem nagenoeg onmogelijk maakte om zijn zoon regelmatig te zien en daarmee een band op te bouwen.
Maar hoe werkt dat dan, kan moeder verplicht worden om haar droom om die reden op te geven?
De rechter wijst erop dat moeder het juridische gezag heeft. Vader heeft geen gezag. Op zich geeft dat moeder het recht om belangrijke keuzes te maken in het leven van de zoon. Zoals de keuze waar hij gaat wonen. Daar heeft zij de toestemming van vader niet voor nodig. Maar zoals zo vaak met “rechten” horen daar ook “plichten” bij. Of liever: verantwoordelijkheden. In dit geval om ervoor te zorgen dat er sprake kan zijn van een goede omgang tussen de zoon en zijn vader.
En die omgang wordt natuurlijk moeilijk als de vader ver weg in Nederland woont. Waarbij de rechter er ook nog eens op wijst, dat vader bovendien onvoldoende financiële middelen heeft om het heen en weer reizen naar Frankrijk te betalen. Bovendien lijkt hij daar ook onvoldoende verlofdagen voor te hebben.
Is daarmee dan het lot voor de verhuizing van moeder bezegeld? Staat daarmee vast dat moeder onvoldoende haar zorgplicht heeft ingevuld? Je zou zeggen van wel.
Maar de rechter kijkt toch ook nog eens goed naar de situatie van moeder in Frankrijk. Er zijn nog geen vergunningen om haar plan in Frankrijk te realiseren. En ook om andere redenen lijkt het er niet op dat het project van moeder spoedig van de grond zal komen. Verder wonen moeder en zoon op een tijdelijke plek in Frankrijk en niet in de buurt van de plek waar het beoogde droomproject moet worden gerealiseerd. Ook als ze in Frankrijk blijven, zullen moeder en zoon dus nog een keer moeten verhuizen.
De rechter wijst ook nog op het feit dat moeder inkomen en een verblijfplaats in Nederland heeft. Moeder en zoon zijn dus nog niet echt geworteld in Frankrijk.
Daarmee valt alsnog het doek voor de plannen van moeder. De rechter vindt dat zij op korte termijn met de zoon terug moet keren naar Nederland.
De vraag die overblijft is hoe je dit nu voor vergelijkbare gevallen moet uitleggen. Mag een gezaghebbende ouder de omgangsregeling wel onder druk zetten met een verhuizing naar het buitenland, als de plannen voldoende sterk zijn? Heeft deze ouder een argument, als het kind inmiddels in het nieuwe land volledig is gesetteld? Ook als deze ouder de lopende omgangsregeling al die tijd niet is nagekomen?
Dat lijkt mij eigenlijk niet.
De kans dat we ouders in een vergelijkbare situatie dus nog eens terugzien in een nieuwe aflevering van “Ik Vertrek” lijkt dus niet erg groot. Als dat al gebeurt, is de kans op een verplicht optreden in een aflevering van “Ik Moet Weer Terug” erg groot. Deze omstandigheden bieden weinig ruimte voor de dromers onder ons.