Rood beeldmerk van Rutten & Welling Advocaten
9 december 2024

Hoeveel leges mag de gemeente in rekening brengen?

U organiseert een festival. De gemeente is akkoord maar stuurt een factuur voor de vergunning. Dit heet de leges. Maar de factuur is tweemaal zo hoog als vorig jaar. Wat kan je hiertegen doen? Ik laat het zien via een uitspraak over de Wandelvierdaagse in de gemeente Valkenburg.

Wat was er aan de hand?

Al enkele jaren organiseert een stichting de Wandelvierdaagse in de gemeente Valkenburg. Dit is niet de gemeente Valkenburg bij Leiden (gemeente Katwijk), maar de gemeente Valkenburg aan de Geul in het Limburgse Heuvelland. Je kan je bij deze vierdaagse alleen maar inschrijven voor alle vier de dagen. Er lopen ieder jaar ongeveer 7.000 wandelaars mee. De voorgaande jaren vroeg de gemeente aan leges € 512,00. Voor 2024 werd het echter het vierdubbele, namelijk € 2.048,00. De redenering van de gemeente: 4 dagen x 7.000 wandelaars is 28.000 deelnemers en dus een hogere categorie voor de leges. Daar was de stichting het niet mee eens.

Bezwaarfase en beroepsfase

De stichting dient bezwaar in bij de gemeente. In de bezwaarfase legt de stichting uit waarom de leges te hoog zijn. Hier wordt de gelegenheid geboden om de bezwaren mondeling toe te lichten. De gemeente behoort deze fase te gebruiken om haar beslissing goed te heroverwegen. In dit geval vond de gemeente dat zij gelijk had en dat er dus € 2.048,00 aan leges betaald moesten worden.

Dan komt de volgende stap. De stichting stelt beroep in bij de rechtbank. In dit geval bij de rechtbank Limburg, locatie Roermond. Daar worden de bestuursrechtelijke zaken behandeld die zich afspelen in de provincie Limburg.

De termijnen voor het indienen van bezwaar en beroep zijn meestal 6 weken. Soms is deze termijn korter. Als je buiten deze termijnen zit, is de kans heel groot dat je te laat bent. Het bezwaar of het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard (lees: zonder te lezen afgewezen). Het is daarom van essentieel belang om deze termijnen in de gaten te houden.

Beoordeling door de rechtbank

De rechter nam het beroepschrift van de stichting in behandeling. De gemeente dient een verweerschrift in. Vervolgens reageren beide partijen nog eens schriftelijk op elkaars argumenten. Beide partijen hebben geen behoefte aan een hoorzitting. De rechter heeft de argumenten van beide partijen naast elkaar gelegd en is deze gaan afwegen.

De gemeente heeft het volgende argument aangevoerd: de wandelroute is iedere dag anders en de gemeente moet dus 4 routes controleren (4 toetsmomenten). Het gaat dan om het aantal bezoekers per dag, dus 28.000 en dus een hogere leges.

De stichting heeft de volgende argumenten aangevoerd: (1) het gaat om één evenement, (2) er werd altijd rekening gehouden met 7.000 bezoekers, dus daar mag de stichting op vertrouwen, (3) het feestterrein bij de finish en de parkeerterreinen blijven hetzelfde tijdens de vierdaagse, (4) wandelaars kunnen zich alleen maar voor alle vier de dagen inschrijven en (5) bij andere meerdaagse evenementen wordt ook niet alles bij elkaar opgeteld.

De rechter haalt uit de argumenten eerst de gemeenschappelijke deler, dus de punten waar partijen het over eens zijn. Dit zijn: (1) de leges worden vastgesteld op basis van de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) van de gemeente en (2) het gaat om een enkel evenement.

De rechter haalt vervolgens een onduidelijkheid weg. Voor de berekening van het aantal personen, gaat het alleen om de “deelnemers” en niet om “bezoekers” omdat de gemeente hierover niets heeft gedefinieerd in de APV en omdat hierover niets is gezegd bij de totstandkoming van de APV. De rechter is hierbij uitgegaan van wat er in het normale spraakgebruik wordt bedoeld met “deelnemers”.

Vervolgens weegt de rechter de argumenten af en komt tot de conclusie dat het argument van de gemeente het niet haalt ten opzichte van de argumenten van de stichting.

De rechter ziet in de APV niets specifieks geregeld voor meerdaagse evenementen. Ook is er niets geregeld over toetsmomenten. Dit spreekt de argumenten van de gemeente tegen.

De rechter oordeelt de vierdaagse als een enkel evenement. De rechter acht het belangrijk dat de wandelaars zich alleen maar voor alle 4 de dagen kunnen inschrijven. De gemeente kan volgens de rechter gemakkelijk controleren of er daadwerkelijk 7.000 kaartjes zijn verkocht en niet meer.

Verder acht de rechter het verschil in leges tussen een vierdaags wielerevenement en een vierdaags wandelevenement te fors. Het verschil is namelijk € 42,50 tegenover € 2.048,00. Maar in juridische zin is dit appels met peren vergelijken omdat het volgens de APV om andere categorieën evenementen gaat.

De conclusie van de gemeente is daarom dat de € 2.048,00 te hoog is en dat de gemeente maximaal € 512,00 aan leges mag vragen. Het teveel betaalde zal de gemeente moeten terugbetalen.

Hoe verder?

De gemeente zal aan de slag moeten gaan met het verbeteren van de APV. Daarbij is het belangrijk dat de gemeente trouw blijft aan haar slogan “Veelzijdig Valkenburg” en er voor zorgt dat evenementen, zoals een wandelvierdaagse, aantrekkelijk blijven.

Daarbij zal de gemeente aan de ene kant overwegen dat zij graag geld wil ontvangen voor haar werkzaamheden, omdat anders de inwoners dit moeten betalen via de belastingen. Aan de andere kant moeten de leges natuurlijk wel redelijk en betaalbaar blijven (anders gaan de evenementen ergens anders naar toe). De gemeente zal ook de verschillen in de leges voor wandel- en fietstochten moeten weghalen. Het werk is voor beide activiteiten namelijk ongeveer hetzelfde en de Cauberg blijft steil, zowel voor fietsers als voor wandelaars.

Tot slot zal de gemeente aandacht moeten hebben voor het feit dat er processtukken kennelijk verloren zijn gegaan. Een wandelroute moet zorgvuldig worden uitgestippeld, maar ook een juridische procedure moet zorgvuldig worden gevoerd.

Als u vragen heeft over het handelen en nalaten van een gemeente, bel mij dan.

Gerelateerde artikelen