Rood beeldmerk van Rutten & Welling Advocaten
13 januari 2021

Geen mondkapje – Geen loon

Kunt u als werkgever de loonbetaling opschorten en de toegang tot het werk weigeren zolang uw werknemer niet aan uw instructie om een mondkapje te dragen voldoet? Deze vraag is in kort geding aan de rechtbank Midden-Nederland voorgelegd. De rechter oordeelde: geen mondkapje, dan ook geen salaris.

Wat was er aan de hand?

Een chauffeur/bezorger werkt sinds 2014 voor een banketbakkerij. Hij brengt goederen rond tussen vestigingen, bezorgt bij afnemers en haalt spullen op bij leveranciers. Zijn werkgever bericht op 13 oktober 2020 het personeel dat vanaf dat moment een mondkapje dragen op het werk verplicht is. De chauffeur weigerde gehoor te geven aan deze regel. Zijn werkgever schort de loonbetaling op en weigert hem de toegang tot het werk.  De rechter kwam er aan te pas.

Wat zijn de standpunten van partijen?

De chauffeur stelt dat het dragen van een mondkapje voor veel hinder zorgt tijdens zijn werkzaamheden[1]. Bovendien kan hij voldoende afstand houden van zijn collega’s. In zijn functie is het dragen van een mondkapje dan ook geen noodzaak. Dat zijn werkgever had toegezegd dat hij in de auto geen mondkapje hoefde te dragen, deed daar volgens de bezorger niks aan af.

De banketbakkerij deed een beroep op het zogenaamde instructierecht[2]. Daarin staat dat werknemers zich dienen te houden aan de voorschriften die de werkgever opstelt. Ook al wordt over de effectiviteit van het dragen van mondkapjes getwist, het is inmiddels wel een maatschappelijk aanvaard middel.

Wat oordeelde de voorzieningenrechter?

De voorzieningenrechter oordeelde dat het dragen van een mondkapje tijdens de coronapandemie aan de veiligheid en gezondheid kan bijdragen[3]. Volgens deze rechter kon de banketbakkerij haar medewerkers deze verplichting ook opleggen. Zij dient als werkgever de individuele belangen van haar medewerkers te beschermen door er voor zorg te dragen dat er een gezonde en veilige werkomgeving bestaat. Ook daarbij kan het dragen van een mondkapje helpen. Verder heeft de banketbakkerij ook een bedrijfsbelang. Zij dient haar werknemers bij ziekte of quarantaine namelijk door te betalen. De rechter is van oordeel dat de werkgever geen onderscheid hoeft te maken tussen verschillende functies. Zij hoeft dus niet de instructie te differentiëren naar functie. Een mondkapjesmaatregel kan immers alleen effectief zijn als een ieder zich eraan houdt.

De banketbakkerij kan derhalve het loon van de chauffeur opschorten en zij kan hem ook de toegang tot het werk ontzeggen gedurende de periode dat de medewerker weigert een mondkapje te dragen. Vanaf het moment dat de werknemer de instructie van zijn werkgever alsnog opvolgt en dus een mondkapje op het werk draagt, vervalt de grondslag van de opschorting en van de toegangsontzegging tot het werk.

[1] De chauffeur stelt dat het dragen van een mondkapje inbreuk maakt op zijn persoonlijke levenssfeer

[2] Artikel 7:660 BW

[3] Rechtbank Midden-Nederland 13 januari 2021 ECLI:NL:RBMNE:2021:51

Gerelateerde artikelen