Rood beeldmerk van Rutten & Welling Advocaten
24 januari 2023

Een DJ betaalt toch geen alimentatie?

Een discussie als zo vaak. Man en vrouw zijn gescheiden. De vrouw is van mening dat de man alimentatie aan haar kan en moet betalen. De man is van mening dat hij te weinig inkomen heeft om alimentatie te betalen. Omdat zij er onderling niet uitkomen komt de zaak bij de rechter.

Bij het vaststellen van een alimentatieplicht is de hoogte van inkomen van de alimentatieplichtige één van de belangrijkste gegevens. Aan de hand van dit inkomen wordt een inschatting gemaakt van het loon dat iemand in de toekomst zal gaan verdienen: de draagkracht. Bij iemand in loondienst is het huidige loon vaak gemakkelijk vast te stellen. Als er sprake is van een vast dienstcontract pak je immers gewoon de loonstrook van het huidige loon erbij.

Bij iemand die een eigen onderneming heeft is dat een stuk ingewikkelder. Dan moet je immers minimaal inzicht hebben in de opbrengsten die uit deze onderneming mogen worden verwacht. Bij gebrek aan beter, wordt dan gekeken naar de jaarcijfers over de afgelopen jaren.

Op de alimentatieplichtige rust de plicht om de rechter daarover te informeren. Daarbij is het meestal niet voldoende dat hij alleen maar vertelt wat hij denkt wat het inkomen is geweest. Een rechter moet hetgeen de alimentatieplichtige stelt immers ook kunnen controleren.

Dat is nog niet zo simpel. En dat blijkt maar weer in de zaak waarin de Procureur-Generaal (P-G) bij de Hoge Raad op 23 december 2022 een advies heeft gegeven.

Het zat zo

De alimentatieplichtige is een vrij bekende VJ/DJ die ook producten levert voor nationaal bekende tv- programma’s zoals de TOP 2000. In een eerdere procedure had de rechtbank hem een alimentatie van € 1.906 bruto per maand opgelegd. De man vond dat hij dit niet meer kon betalen en vroeg in een nieuwe procedure de alimentatie op nihil te zetten.

De DJ heeft een eenmanszaak. Om zijn verzoek te kunnen controleren heeft de rechtbank gevraagd aan de man om inzicht te geven in het inkomen uit de eenmanszaak in de jaren 2015 t/m 2020. De man kwam vervolgens wel met een verklaring van zijn boekhouder over dat inkomen, maar zonder verdere onderbouwing. De alimentatiegerechtigde trok de verklaringen van de boekhouder in twijfel. De verklaringen van de boekhouder en de DJ waren immers op geen enkele manier te controleren. Ook de rechtbank vond dat onvoldoende en liet de alimentatie in stand.

De DJ ging in hoger beroep, maar ook het hof vond dat hij te weinig informatie had verschaft. In hoger beroep wees de DJ echter niet alleen op de verklaringen van de boekhouder, maar ook op een boekenonderzoek van de belastingdienst over diezelfde jaren. De belastingdienst had natuurlijk wel inzicht gehad in de relevante administratie, zoals kopieën van uitdraaien van bankafschriften, ingekomen facturen, ontvangen bonnetjes, betaalbewijzen en uitgereikte facturen. Wat de man betreft kon de rechter dus wel van dit onderzoek uit gaan en hoefde de rechter niet nog eens zelf alles te controleren.

In zijn advies aan de Hoge Raad is de P-G het niet met de DJ eens. Een rechter moet zelf in de gelegenheid worden gesteld om de stukken te controleren. Hij is niet gebonden aan wat andere instanties daarvan vinden. Al was het maar omdat de belastingdienst afhankelijk was van door de DJ verstrekte informatie. Ook zijn de uitgangspunten voor het vaststellen van draagkracht voor alimentatie niet hetzelfde als de uitgangspunten voor de vaststelling van het belastbaar inkomen voor de IB.

Daarin heeft de P-G zeker gelijk. De vraag is dan ook maar, of de Hoge Raad inhoudelijk nog naar deze zaak gaat kijken. Maar het lijkt erop, dat de DJ weer snel de bühne op moet om de alimentatie bij elkaar te verdienen.

Gerelateerde artikelen