Rood beeldmerk van Rutten & Welling Advocaten
7 juni 2022

Bestaan er mogelijkheden om over de inhoud van een testament te procederen?

U heeft een testament. Maar jaren later is uw leefsituatie veranderd. Deze nieuwe leefsituatie heeft u bij het opstellen van uw testament niet kunnen voorzien. Denk er bijvoorbeeld aan dat u bent gescheiden van uw eerste partner en een nieuwe relatie heeft. Of u heeft in uw testament een kind/familielid als enig erfgenaam aangewezen en u bent daarna opnieuw gehuwd. Wordt er dan bij de uitleg van uw testament met die nieuwe leefsituatie rekening gehouden? Of is door de nieuwe omstandigheden het testament zelfs onuitvoerbaar geworden?

Uitleg van een testament

Een voorbeeld: De heer B maakt een testament. Een veel gebruikte omschrijving in een testament luidt: “Ik benoem tot enig erfgenaam mijn echtgenote mevrouw A en ……”

Stel nu dat B overlijdt, maar zijn huwelijk met A op dat moment al door echtscheiding is ontbonden. Is mevrouw A dan nog steeds enig erfgenaam? Duidelijk staat vermeld ‘’mijn echtgenote’’. Het huwelijk met mevrouw A is dan ook de beweegreden voor de benoeming van mevrouw A als erfgenaam geweest. Met andere woorden, het was de bedoeling van de erflater om bij zijn overlijden de vrouw waarmee hij getrouwd was aan te wijzen als zijn erfgename. Echter inmiddels waren zij gescheiden en had meneer B niet meer de bedoeling om zijn erfenis aan zijn, inmiddels ex-echtgenote, achter te laten. Artikel 4:52 Burgerlijk Wetboek heeft hier de oplossing voor en bepaalt dat zijn testament bij echtscheiding vervalt.

Stel nu dat de bewoordingen van een testament niet zo duidelijk zijn als hierboven omschreven. Ook al heeft de notaris bij het opstellen van het testament getracht het testament zo duidelijk mogelijk in te richten. Voor de notaris is het echter ondoenlijk om alle feiten en omstandigheden waaronder de uiterste wil wordt gemaakt exact in het testament op te nemen. Gebeurtenissen in uw leven kunnen een ander licht werpen op de uitleg van uw testament. Om die reden kent de wet een regeling voor de uitleg van uiterste wilsbeschikkingen/testamenten. Dit is geregeld in Artikel 4:46 Burgerlijk Wetboek Dit artikel bepaalt dat bij de uitleg van een testament moet worden gelet op de verhoudingen en omstandigheden die de erflater wenste te regelen.

Een geval waarin werd onderzocht wat de erflater precies had wensen te regelen in zijn testament deed zich voor in een situatie bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 maart 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:2169

Het gaat opnieuw om de heer B en zijn eerste echtgenote A. De heer B stelt zijn testament op en benoemt zijn echtgenote A als enig erfgename. Hij verbindt hier de voorwaarde aan dat hij op het moment van zijn overlijden nog met haar gehuwd is. Is dat niet meer het geval, dan is zijn broer de enig erfgenaam. De broer werkt als kok in het restaurant van B. Echter de omstandigheden wijzigen. De heer B en mevrouw A gaan scheiden en B trouwt opnieuw met mevrouw C. Uit dit huwelijk worden 2 kinderen geboren. De heer B stelt samen met mevrouw C huwelijksvoorwaarden op en sluit iedere gemeenschap uit.

Kort voor zijn overlijden laat B bij de notaris een concept-testament opstellen waarin hij zijn eerste testament herroept en mevrouw C en hun  kinderen tot enig erfgenamen aanwijst. Wat gebeurt er? Het komt er niet meer van om het concept-testament om te zetten in een nieuw testament omdat de heer B overlijdt. Hiermee blijft het “oude” testament dus zijn gelding behouden. De tweede echtgenote C en de kinderen vinden echter dat zij de enig erfgenamen zijn en niet de broer van de man. De broer echter stelt zich op het standpunt dat hij de enig erfgenaam is. De vraag die aan het Gerechtshof werd gesteld: Wat was de bedoeling van de heer B?

De echtgenote en kinderen stellen dat de heer B naar derden de wens heeft geuit dat zijn gehele nalatenschap naar zijn (laatste) echtgenote C en kinderen moet gaan. Maar het Gerechtshof gaat hier niet in mee. Voor het vervullen van de wens van B was nodig dat B zijn eerdere testament had herroepen. Maar dat heeft hij niet gedaan. Het zou namelijk ook zo kunnen zijn dat hij uiteindelijk toch niet wilde wat in het concept-testament stond, zo redeneert het Gerechtshof. Nieuwe feiten en omstandigheden die zich voordoen ná het maken van het testament mogen alleen worden meegenomen bij de uitleg van het (eerste) testament als de erflater bij het maken van dit testament op deze omstandigheden is vooruitgelopen.

De heer B was in zijn testament niet vooruitgelopen op de omstandigheid van een tweede huwelijk. Ook konden mevrouw C en de kinderen niet bewijzen dat de heer B zijn broer enkel als erfgenaam had aangewezen in een situatie dat hij ongehuwd en zonder afstammelingen zou komen te overlijden. Sterker nog: Gelet op de omstandigheden waaronder erflater zijn testament in 2006 heeft gemaakt en de verhoudingen die hij kennelijk wilde regelen (zijn broer als meewerkend kok te laten delen in zijn erfenis), blijft dit “oude” testament geldend. De broer van de man bleef dus enig erfgenaam.

Wat heeft iemand aan de notaris verteld?

Ook wordt er in de rechtspraak rekening gehouden met de kennis die de notaris heeft bij het opstellen van het testament. Wat heeft iemand aan de notaris verteld? Wat was de bedoeling van het testament? Deze kennis wordt meegenomen bij de uitleg van het testament. Zie Hoge Raad 18 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9581, NJ 2011/353

Maar mogen alle daden of verklaringen die een erflater (buiten zijn testament) doet worden gebruikt voor de uitleg van een testament? Een interessante casus van de Hoge Raad geeft duidelijkheid hier over. Zie Hoge Raad 17 november 2000, NJ 2001,349.
Deze casus leg ik opnieuw uit met als voorbeeld een heer B. De heer B was verwikkeld in de echtscheidingsprocedure met mevrouw A. B erft tijdens deze procedure. Het testament van erflaatster bevatte echter geen uitsluitingsclausule. Daardoor moest de heer B de door hem verkregen erfenis met mevrouw A delen. De erfenis viel in de gemeenschap van goederen. De notaris verklaarde wel dat erflaatster aan hem had medegedeeld dat de heer B erfgenaam moest worden. Ook verklaarde de notaris dat de heer B hem verteld had dat zijn echtscheiding reeds geregeld was en daarom geen uitsluitingsclausule in het testament van erflaatster werd opgenomen. De Hoge Raad sloeg geen acht op de mededelingen van de notaris:

“Niet gezegd kan worden dat een uiterste wil waarbij een in gemeenschap van goederen gehuwde man tot erfgenaam is benoemd, terwijl in die uiterste wil geen uitsluitingsclausule als bedoeld in artikel 1:94 Burgerlijk Wetboek is opgenomen, geen duidelijke zin heeft”.

Ook was niet vast komen te staan dat het testament zonder de betreffende uitsluitingsclausule een duidelijke zin ontbeert.

Het is dus belangrijk om tijdens een echtscheidingsprocedure goed na te gaan of de zogenaamde uitsluitingsclausule expliciet is opgenomen in de uiterste wil van bijvoorbeeld de ouders van scheidende echtelieden.

Door de jaren wordt er veel geprocedeerd over de uitleg van testamenten. De wet bepaalt namelijk dat bij de uitleg van een testament moet worden gelet op de verhoudingen die het testament kennelijk wenst te regelen en de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. Hier kan discussie over bestaan.

Het moment van echtscheiding of opnieuw in het huwelijk treden is een goed moment om te kijken of een aanpassing van het testament nodig is. Zolang een erflater zijn testament namelijk niet aanpast, blijft het in principe gelden.

Dag van het erfrecht

Mr. Fabiënne van Aken is lid van de vFAS, de vereniging Familie- en Erfrecht Advocaten Scheidingsmediators. Op 17 juni 2022 vindt de dag van het erfrecht plaats. Deze dag wordt mede georganiseerd door de vFAS, de vereniging Familie- en Erfrecht Advocaten Scheidingsmediators.  Op deze dag kunt u voor vragen over erfrecht tussen 09.00-16.00 uur vrijblijvend met Fabiënne telefonisch contact opnemen (045 – 574 14 88) of het kantoor binnenlopen.

Gerelateerde artikelen