Rood beeldmerk van Rutten & Welling Advocaten
8 maart 2021

Arbeidsovereenkomst of opdrachtovereenkomst?

Gelijk met het juridische gekrakeel rondom de avondklok heeft het gerechtshof Amsterdam een andere belangrijke(r) uitspraak afgeleverd. Het betreft de al langer lopende vraag wat het verschil is tussen een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst tot opdracht. Het arrest lijkt op het eerste gezicht vooral van belang voor bedrijven in de platformeconomie. Maar ook voor de flexibele schil van andere ondernemingen kan dit grote (fiscale!) gevolgen hebben.

Kwalificatie van een overeenkomst

Juridisch is het vaak lastig te bepalen waar precies het onderscheid zit tussen een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) die een opdrachtovereenkomst heeft en een werknemer met een arbeidsovereenkomst. Dit wordt de kwalificatie van de overeenkomst genoemd.

Een juiste kwalificatie is van groot belang. Centraal in het Nederlands burgerlijk recht staat de contractsvrijheid: partijen zijn binnen de grenzen van de wet vrij te contracteren met wie zij willen en wat zij willen. De wet kent wel beperkingen. Er zijn veel contracten waarbij de betrokken partijen niet gelijkwaardig zijn. Om het machtsevenwicht binnen deze overeenkomsten te herstellen, kent de wet extra bescherming aan de zwakkere partij toe. Daarvoor zijn een aantal overeenkomsten bij wet gedefinieerd. Denkt u hierbij aan verzekeringen (verzekeringsmaatschappij – verzekerde), huur van woonruimte (verhuurder- huurder) en consumentenkoop (winkelketen – consument). Deze contracten staan bekend als de “bijzondere overeenkomsten”. Eén van belangrijkste daarvan is de arbeidsovereenkomst (werkgever – werknemer).

Voor al deze bijzondere overeenkomsten is het van groot belang dat het duidelijk is wanneer een bepaalde overeenkomst voldoet aan de daarvoor geldende definitie. Een bekend probleem is bijvoorbeeld de leaseovereenkomst. Deze is niet in de wet geregeld. De rechtspraak zoekt dan aansluiting bij een bijzondere overeenkomst die wel in de wet is geregeld. Afhankelijk van wat partijen daadwerkelijk hebben afgesproken, wordt bij een leaseovereenkomst meestal aansluiting gevonden bij de huurovereenkomst of de huurkoop.

Overeenkomst met ZZP-er

De overeenkomst met een ZZP-er kent een vergelijkbaar probleem. Ook deze is niet apart bij wet geregeld. In principe zijn er twee bijzondere overeenkomsten die dan in aanmerking komen: de overeenkomst van opdracht (artikel 7:400 BW) en de arbeidsovereenkomst (artikel 7:610 BW). Het verschil tussen deze twee is feitelijk soms lastig te maken. Helaas zijn de juridische en fiscale gevolgen van dit verschil voor de opdrachtgever c.q. werkgever bijzonder groot.

Hoe houd je die twee dan uit elkaar? Lange tijd is er veel – te veel(?) – belang gehecht aan de bedoeling van partijen bij de overeenkomst. Doorslaggevend zou vooral zijn of partijen de bedoeling hadden de overeenkomst onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten vallen of juist niet. Onlangs heeft de Hoge Raad (de hoogste Nederlandse rechter) het gangbare standpunt gewijzigd en duidelijk gemaakt dat dit niet juist is. De bedoeling van partijen speelt geen rol bij de vraag of de overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst. Er moet voor de kwalificatie alleen gekeken worden naar de tussen partijen overeengekomen rechten en verplichtingen.

Hoofdpijn voor Deliveroo

Na deze uitspraak van de Hoge Raad speelde bij het gerechtshof Amsterdam de kwestie rondom de bezorgers van Deliveroo. Dit bedrijf maakt gebruik van een online platform waar bezorgers kunnen inloggen. Een algoritme stelt vervolgens bezorgklussen aan de bezorgers voor. De bezorgers kunnen deze bezorgklussen accepteren, weigeren of door een ander laten uitvoeren. Deliveroo was daarom van mening dat de bezorgers geen arbeidsovereenkomst hadden, ook omdat dat nooit de bedoeling van partijen is geweest. Een aantal bezorgers en de vakbond FNV dachten daar anders over.

Duidelijk is in ieder geval dat de bedoeling van partijen als zelfstandig criterium geen rol speelt bij de kwalificatie van de overeenkomst. Er moet volgens de Hoge Raad immers alleen naar de overeengekomen rechten en verplichtingen worden gekeken. Het gerechtshof doet dat ook en geeft daar een mooie uitwerking aan:

  • Arbeid: het feit dat bezorgers bezorgopdrachten kunnen weigeren en zich kunnen laten vervangen door een andere (overigens: een vooraf door Deliveroo goedgekeurde) bezorger, sluit het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet uit;
  • Verloning: Deliveroo bepaalt eenzijdig de hoogte van de betaling aan de bezorger, betaalt iedere twee weken uit en de “factuur” voor de werkzaamheden van de bezorgers wordt opgesteld door Deliveroo. Dit lijkt meer op loonbetaling dan op betaling van facturen;
  • Kernactiviteit: Deliveroo stelde geen bezorgdienst te zijn maar slechts een bemiddelingsplatform tussen bezorgers en restaurants. Dit is echter niet zoals Deliveroo zich naar buiten profileert, zoals o.a. blijkt uit de slogan ‘Maaltijdbezorging is het hart van onze organisatie’. Als iemand (de bezorgers in dit geval) zich voor een opdrachtgever (Deliveroo) bezighoudt met het verrichten van de kernactiviteit van de opdrachtgever, dan is dat een indicatie dat dit een arbeidsovereenkomst betreft (Hoge Raad, 17 november 1978, NJ 1979, 140);
  • Gezagsverhouding: Deliveroo heeft de wijze waarop de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd een aantal keer eenzijdig verandert en de bezorgers moesten dit accepteren. Dit duidt op een gezagsverhouding en dus op een arbeidsovereenkomst. Bij een opdrachtovereenkomst bepaalt de opdrachtnemer (de bezorger) immers grotendeels zelf op welke wijze de werkzaamheden worden uitgevoerd.

Door de uitspraak kunnen de bezorgers zich beroepen op het bestaan van een arbeidsovereenkomst. De gevolgen voor Deliveroo kunnen immens zijn: de bezorgers hebben recht op het cao-loon, doorbetaling bij ziekte en ook de tijd dat ze bij een restaurant moeten wachten moet worden doorbetaald. Last but not least: de bezorgers hebben nu ook ontslagbescherming.

Gevolgen voor uw flexibele schil

Al met al heeft het gerechtshof Deliveroo een bittere pil bezorgd. Ook andere klussenplatforms van de gig-economy als Uber, Jellow, en JustCargo zullen de gevolgen van deze uitspraak voor hun platform in moeten schatten.

Maar ook voor ondernemingen die geen deel uitmaken van de platformeconomie kan deze uitspraak gevolgen hebben.

Veel ondernemingen hebben een flexibele schil rondom hun organisatie. Soms is deze schil bedoeld als opvang van fluctuaties in de bezettingsgraad, soms omdat het relatief korte, specifieke opdrachten betreft. In de ICT-wereld is dit laatste een bekend verschijnsel. Deze uitspraak kan ook voor de inrichting van de flexibele schil van uw onderneming grote gevolgen hebben. Heeft u vragen over flexibele schil of over platformeconomie? Wilt u het risico beperken dat u ineens meer werknemers heeft? Neemt u contact met mij op!

Gerelateerde artikelen